Verhit de olijfolie in een pan, voeg de wortel en de ui toe en bak ze 5 minuten op niet te hoog vuur; roer af en toe. Voeg het gehakt toe en bak het bruin. Giet er de wijn bij en laat hem verdampen. Doe er zout naar smaak bij, voeg de passata toe, laat alles 30 minuten pruttelen en voeg peper toe. Verhit de oven tot 200 °C (gasovenstand 6).
Smelt de boter in een pan. Roer er op niet te hoog vuur de bloem door en bak het mengsel al roerend in twee tot drie minuten goudbruin. Roer er beetje bij beetje de melk door. Breng de saus al roerend aan de kook, zet het vuur laag en laat al roerend twintig minuten pruttelen. Het moet een gladde, dikke saus worden. Haal de pan van het vuur en doe er zout en peper naar smaak bij en optineel een snufje nootmuskaat.
Beboter een ovenschaal. Leg een laagje lasagnebladen in de ovenschaal, schep er wat vleessaus op, verdeel er een laagje bechamel over, bestrooi die met wat Parmezaanse kaas en verdeel er wat boter over. Ga op deze manier door tot alle ingrediënten op zijn en eindig met bechamelsaus. Zet het gerecht dertig minuten in de oven, tot de lasagne mooi goudbruin en gaar is.